afsturen

afsturen
{{afsturen}}{{/term}}
I 〈onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉
[met betrekking tot een vaartuig] steer away
voorbeelden:
1   hij stuurde (de boot) van de wal af he steered away from the quay
II 〈overgankelijk werkwoord〉
[wegzenden] send away
[+ op] [ergens heen zenden] send (towards)
voorbeelden:
1   van school afsturen expel from school
2   een vaartuig op iets afsturen send a ship towards something
     de hond op iemand afsturen set the dog on someone

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.

Игры ⚽ Нужна курсовая?

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”