- afsturen
- {{afsturen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉1 [met betrekking tot een vaartuig] steer away♦voorbeelden:1 hij stuurde (de boot) van de wal af • he steered away from the quayII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [wegzenden] send away2 [+ op] [ergens heen zenden] send (towards)♦voorbeelden:1 van school afsturen • expel from school2 een vaartuig op iets afsturen • send a ship towards somethingde hond op iemand afsturen • set the dog on someone
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.